Ik kwam haar tegen op het Noorderplein
Wij fietsten pratend op de Gibsonstraat
Bij het CWI linksaf de Smedenstraat
Hoe kunnen levens samenlopen
Dat sprankelende toeval van ons samenzijn
Want zij ging eveneens naar Korte om daar shag te kopen
Het toeval in het bestaan is altijd grillig
En absoluut onmogelijk te sturen
Dus ik ontpopte mij vrijwillig
En wilde dit nog heel lang laten duren
Kom, zei ik, en ga mee ik weet een mooie plek
De mooiste plek van Deventer om van je shag te roken
En we waren ook meteen weer in gesprek
En we raakten hoe dan ook niet uitgesproken
Ja ik leefde wel haast op een wolk
Toen wij de Rielerweg uit fietsten richting Kolk
En de natuur is bij de Kolk nog echt natuur
Zodat toen wij daar zaten op een omgevallen boom
Eenvoudig meegenomen werden in een stroom
Die ons deed kennismaken met elkanders vuur
En tijd en afstand waren daar als in een droom
De eeuwigheid lag daar besloten in dat uur
Hoe kan het toeval toch een mens zodanig treffen
Dat hij zichzelf niet meer volledig kan beseffen
Ik ben in de hemel maar wel op de grond
En dan verdwijn ik in de zachtheid van haar mond
Dan schudt zij plotseling haar veren en ik ook
Want daarvoor waren wij hier niet beland
Zo zaten wij nog even hand in hand
En draaiden dan in rust een sigaret
En mijmerend tevreden met de rook
Werd toen de tijd een tijdje stilgezet
JW 2009