Rietstengel
breekbare danseres
aan een wenkbrauw water
Water
dat boomtoppen bewoont
en peilloze luchten
Luchten
die mij meevoeren
naar gedachten
Gedachten
die de begrenzing
niet kunnen overschrijden
Aan het eind van het pad
dat mijn naam draagt
keer ik om
Ik vang nu het licht
op de andere helft
van mijn gezicht