Gedicht voor mijn 65ste verjaardag

Op het perron
hangt een ketel
vol voetsporen en gebaren
boven een laag vuur

daar komt de trein
afgezant uit het geheime niets

De passagier
zit achter zijn jukbeen
over een krant
boordevol
Gindsheid
Voltooidheid
en Kortom

De tijd schijnt
en blinkt
als opgepoetst koper

In weemoed gaat de hij traag
In verrukking gaat hij rapido
Als hij doorgrond wordt staat hij stil

Ten opzichte van de mens blijft hij
de Grote Onverschillige

12345678910
11121314151617181920
21222324252627282930
31323334353637383940
41424344454647484950
51525354555657585960
61626364

65

JW